DeelkrachtSamen met Sociaal Domein

Samen met Sociaal Domein

Een goede samenwerking tussen de kinderopvang en behandelaars van een kind met TOS klinkt misschien vanzelfsprekend. Maar dat is het niet altijd. Daarom richt het project ‘Samen met Sociaal Domein’ zich op een betere samenwerking tussen specialistische zorg en de kinderopvang. Want een goede samenwerking in het sociale domein, kan voor een kind met TOS een groot verschil maken.

Kinderen met een TOS hebben moeite met het gebruiken van taal. Ze zijn soms moeilijk te verstaan, leren niet makkelijk nieuwe woorden en maken geen goede of kortere zinnen. Soms heeft een kind daarbij ook nog moeite om taal te begrijpen. TOS komt voor bij ongeveer 5% van de kinderen en uit zich al vroeg in de ontwikkeling. De kinderopvang en consultatiebureaus zijn daarom belangrijke plekken voor het signaleren en doorverwijzen van kinderen met een mogelijke TOS. De kinderopvang is ook een belangrijke plek voor het goed begeleiden van kinderen met een TOS.

In dit project wordt vanuit verschillende invalshoeken naar de samenwerking tussen specialistische zorg en de kinderopvang gekeken. Ook vanuit de ouders van kinderen met TOS. In interviews werden zij gevraagd naar hun ervaringen. Hun verhalen laten zien dat er nog veel stappen gezet kunnen worden in de signalering en ondersteuning van kinderen met TOS in de kinderopvang. 

Een van de ouders die geïnterviewd is, is Evelien. Moeder van twee jongens. Haar oudste zoon is 5 en heeft TOS. Toen hij 1,5 jaar oud was, merkte ze dat hij niet begon met praten en dat hij ook in begrip achterliep. Hij ging in die tijd ook naar het kinderdagverblijf, maar daar was weinig kennis over TOS, vertelt Evelien: 

… dat hoop je eigenlijk hè, dat een kinderdagverblijf er gewoon vanaf weet. Dat die kennis erover heeft. Net zoals kennis over andere ziektebeelden of stoornissen, dat ze TOS kennen.
Evelien

Ook Berna, moeder van een zoon met TOS, laat in het interview weten dat de kinderopvang van haar zoon niets wist over TOS. Ook toen er uit verschillende onderzoeken een (vermoeden van) TOS was gebleken, bleef de opvang zeggen dat het wel goed zou komen: 

De peuterspeelzaal zei: ‘dat praten komt wel, wij begrijpen hem in ieder geval!’.
Berna

Uit de interviews blijkt dat het niet uitmaakt of het om een grote of een kleine kinderopvang organisatie gaat. Luiza en Enrique hebben een zoon van drie met TOS die meertalig Spaans-Frans-Nederlands opgroeit. Zowel bij zijn eerste kinderdagverblijf als bij het huidige kinderdagverblijf had niemand ooit van TOS gehoord, vertellen zij:

ook (…) een hele grote crèche door heel Amsterdam (…). Ja, ik vond het raar dat ze daar ook niks van TOS hadden gehoord.
Luiza & Enrique

De interviews laten zien dat er in de kinderopvang veel verbeterd kan worden als het gaat om de signalering en ondersteuning van kinderen met (een vermoeden van) TOS. Zo is er te weinig kennis over TOS in de kinderopvang. En dat terwijl kinderen met TOS veel minder goed kunnen meekomen. 

Natuurlijk hebben de interviews met ouders nog veel meer informatie opgeleverd. Ook geeft de projectgroep een aantal adviezen. In het rapport ‘Ouders over TOS in de kinderopvang’ zijn alle resultaten samengevat. Je kunt het volledige rapport vanaf nu lezen via deze link.

Naast ouders zijn in dit project ook pedagogisch professionals in de kinderopvang en specialistische zorgprofessionals bevraagd. De rapportage van de enquete onder 394 pedagogisch professionals in de kinderopvang kan gelezen worden via deze link. De projectgroep werkt nog aan een factsheet voor specialistische zorgprofessionals. Met daarin handvatten om de samenwerking nog beter te laten verlopen. Samen zorgen we ervoor dat kinderen met (een vermoeden van) TOS vroeg gezien en geholpen worden.