Ander speciaal (basis)onderwijs
Soms gaan kinderen naar het speciaal basisonderwijs (SBO) of ander speciaal onderwijs. Hiervoor heeft een kind een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig.
Meer informatieMeer informatie
Soms heeft een leerling problemen waarvoor speciaal onderwijs nodig is. Er is speciaal onderwijs voor leerlingen met TOS (dat heette vroeger cluster 2-onderwijs). Maar er zijn ook andere speciale scholen:
- Cluster 1: voor leerlingen met een visuele beperking.
- Cluster 3: voor leerlingen met ernstige leerproblemen, lichamelijke problemen of langdurige ziekten.
- Cluster 4: voor leerlingen met ernstige gedragsproblemen en psychiatrische problemen.
- Speciaal basisonderwijs (SBO): voor lichtere leerproblemen of gedragsproblemen.
Je kunt speciale scholen zoeken op scholen op de kaart.
Hoe ziet het SBO en ander SO eruit?
In het SBO zijn de klassen kleiner dan in het regulier onderwijs. In het cluster 3 en cluster 4-onderwijs zijn de klassen vaak nog wat kleiner. Er werken op speciale scholen veel verschillende professionals. Bijvoorbeeld orthopedagogen, (school)psychologen en intern begeleiders. En vaak ook logopedisten, onderwijsassistenten, fysiotherapeuten of maatschappelijk werkers.
Wat kan het SBO en ander SO doen voor mijn kind met TOS?
Je kind met TOS kan naar het SBO als er naast de TOS ook andere lichte problemen zijn. Voorbeelden hiervan zijn lichte gedragsproblemen of lichte leerproblemen. Zijn de gedragsproblemen of leerproblemen juist ernstig? En staan ze meer op de voorgrond dan de TOS? Dan kan je kind naar een cluster 3 of cluster 4-school gaan.
Er is op al deze scholen veel persoonlijke aandacht voor jouw kind. Kinderen kunnen onder schooltijd therapie of begeleiding krijgen. Bijvoorbeeld van de fysiotherapeut of logopedist. Is de therapie of begeleiding niet voldoende voor de TOS? Dan kan school kortdurend advies of extra hulp aanvragen bij instellingen voor TOS.
Wanneer komt mijn kind in aanmerking voor SBO of ander SO?
Je kind heeft een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig om naar het SBO of het cluster 3 of cluster 4-onderwijs te gaan. Een TLV krijg je van het samenwerkingsverband (SWV). In het SWV werken reguliere scholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs in een regio samen. Ze spreken af:
- welke ondersteuning basisscholen bieden.
- welke leerlingen naar het speciaal onderwijs (SBO of cluster 3 of 4) gaan.
Deze afspraken staan in het ondersteuningsplan (OP). Dat vind je op de website van het SWV.
Hoe meld ik mijn kind aan voor SBO of ander SO?
Je kunt je kind aanmelden voor een school voor speciaal (basis) onderwijs. De school bekijkt dan of je kind de ondersteuning die de school biedt echt nodig heeft. Om je kind toe te laten moet je kind een TLV krijgen van het SWV. De TLV kan je niet zelf aanvragen. Het aanvragen gaat in elke regio anders:
- Is je kind al bij een reguliere school aangemeld? Dan doen die vaak de aanvraag voor de TLV.
- Is heel duidelijk dat je kind op een speciale school moet starten? Dat doet die soms de aanvraag.
- Soms heeft de behandelgroep korte lijnen met het SWV. Het SWV kan dan met de informatie van de behandelgroep beoordelen of je kind een TLV krijgt.
De behandelgroep weet hoe het in jouw regio werkt en kan jullie adviseren. Meer informatie over het aanmelden bij speciaal onderwijs vind je op de site van Rijksoverheid.
Goed om te weten
Behandelgroep
De behandelgroep kan goed helpen in de overgang naar school. Maar jullie hebben als ouders de regie in de overgang van de behandelgroep naar de basisschool. Jullie hebben contact met de behandelgroep en de basisschool.
Wat doet de behandelgroep?
- De behandelgroep brengt de behoeftes van jouw kind in kaart.
- De behandelgroep denkt mee over welk onderwijs het beste zou kunnen passen bij jouw kind.
- De behandelgroep helpt zo nodig met het aanvragen van een arrangement.
Wat doen ouders?
- Jij kent je kind het beste. Jouw ervaring en kennis neem je mee in de gesprekken met professionals.
- Je gaat in gesprek met de professionals. Samen vinden jullie de beste plek voor je kind.
Tips:
- Je kan met andere ouders in gesprek over hoe zij de overgang naar school ervaren.
- Als je iets niet weet, kan je altijd in gesprek met de professionals van de behandelgroep.
- Vraag aan de behandelaren op welke leeftijd van jouw kind (of na hoeveel maanden behandeling) zij goed mee kunnen denken over de eventuele ondersteuning in het toekomstige onderwijs. Maak vooraf duidelijke afspraken wanneer de gesprekken hierover plaatsvinden.
Goed om te weten
Aanmeldpunt Speciaal Onderwijs voor TOS
Sommige kinderen met TOS hebben extra ondersteuning nodig op school. Extra ondersteuning voor TOS kan worden aangevraagd bij een aanmeldpunt van instellingen voor TOS (dat heette vroeger cluster 2-onderwijs). Deze instellingen heten officieel ‘instellingen voor ondersteuning en onderwijs voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen’.
Volgens welke stappen werkt het aanmeldpunt?
- School doet een aanvraag voor extra ondersteuning voor jouw kind en de school bij het aanmeldpunt.
- Je geeft het aanmeldpunt toestemming om gegevens uit te wisselen (met bijvoorbeeld school, logopedist of anderen).
- Een medewerker bekijkt of de informatie over je kind compleet is.
- Een medewerker gaat met jou, de behandelgroep en school in gesprek. Samen kijken jullie wat je kind nodig heeft om te leren en wat de school nodig heeft om je kind te ondersteunen. Deze medewerker heet soms een trajectbegeleider.
- De medewerker bekijkt welke testen je kind heeft gedaan en wat daaruit kwam. En welke behandeling je kind al gehad heeft en wat behandelaren daarover hebben opgeschreven. Soms komt de medewerker ook kijken op de behandelgroep.
- Met de informatie van jou, de behandelaren en school maakt de medewerker van het aanmeldpunt een dossier. Daarin staan alle gegevens en een inschatting van wat het beste bij jouw kind past.
- De informatie over jouw kind wordt besproken in de commissie van onderzoek (CvO). De CvO besluit of ondersteuning vanuit speciaal onderwijs voor TOS (of plaatsing in speciaal onderwijs voor TOS) noodzakelijk lijkt. Kijk voor meer informatie bij de haltes Arrangementen en CvO.
Hoe kan ik mijn kind aanmelden voor extra ondersteuning?
Er zijn vier organisaties met speciaal onderwijs voor TOS: Auris, Kentalis, VierTaal of Vitus Zuid. Elke organisatie heeft een eigen aanmeldpunt. Op deze site van Siméa kan je een aanmeldpunt in jouw regio zoeken. Op Allesovertos.nl vind je een overzicht van de aanmeldpunten.
Heb je je kind aangemeld voor een school? Dan moet school de ondersteuning aanvragen. Is je kind nog niet aangemeld voor school dan doen jullie de aanvraag bij het aanmeldpunt. De behandelgroep kan je hierbij helpen. Overleg met de behandelcoördinator of teamleider van jouw kind wat zij hierin voor jou kunnen betekenen. Maak duidelijke afspraken met elkaar wie wat doet. Vraag ook aan de behandelaren van jouw kind wanneer een goed moment is om een aanvraag te doen. Dit verschilt per regio.
Let op:
- Het aanmeldpunt werkt in elke regio net anders. Vraag aan de behandelgroep hoe het precies in jouw regio werkt.
- Heb je vragen of wil je meer informatie? Dan kan je zelf ook contact opnemen met het aanmeldpunt.
- Als je kind nog niet is aangemeld voor een school moet jij de aanvraag doen. Overleg met de behandelgroep wat zij hierin voor jou kunnen doen. Maak duidelijke afspraken met elkaar.
Goed om te weten
Commissie van onderzoek
Wat doet de commissie van onderzoek?
De commissie van onderzoek (CvO) besluit:
- of je kind een arrangementeen pakket van ondersteuning op school voor jouw kind krijgt.
- welk arrangement je kind krijgt.
- wat de duur van het arrangement is.
Ze lezen alle informatie over jouw kind en het advies van het aanmeldpunt. Ze bekijken of je kind speciale ondersteuning van de instelling nodig heeft.
Ze bepalen of jouw kind ‘toelaatbaar’ is voor een arrangement.Ze kijken naar:
- de diagnose TOS en de ernst van de taalproblemen.
- de onderwijsbehoefte van je kind (wat heeft je kind nodig op school?).
- de ondersteuningsbehoefte van de school (wat heeft school nodig?).
De CvO gebruikt de ‘richtlijn toelaatbaarheid’. Daarin staat waar de CvO op let bij het nemen van een besluit.
In Nederland zijn er vier CvO’s. Eén voor elke instelling met onderwijs voor kinderen met TOS. Zij werken samen in Siméa. Een overzicht van de instellingen voor speciaal onderwijs vind je hier. Informatie over de CvO vind je op de website van de instelling.
Let op:
- De CvO werkt in elke regio net anders. Vraag aan de behandelgroep hoe het precies in jouw regio werkt.
- De regels voor zorg en de regels voor onderwijs verschillen. Gaat je kind naar de behandelgroep? Dan heeft het niet automatisch recht op een arrangement. De regels voor onderwijs voor TOS staan in de Richtlijn Toelaatbaarheid van Siméa.
- Een arrangement is niet voor altijd geldig. Als het arrangement afloopt moet er een nieuw arrangement worden aangevraagd. Daarvoor zijn altijd recente testgegevens nodig.
- Ben je het niet eens met de beslissing van de CvO? En kom je er in een gesprek samen niet uit? Dan kan je een ‘second opinion’ vragen.
- Je kunt ook gratis hulp inroepen van een onderwijsconsulent. Zij kunnen advies geven aan ouders, leerlingen, scholen of samenwerkingsverbanden. Ze kunnen ook bemiddelen.
- De CvO blijft (op de achtergrond) betrokken als je kind een arrangement heeft.
Arrangementen
Wat is een arrangement?
Een arrangement is niet één product. Het is een pakket van ondersteuning. Het pakket is afgestemd op wat jouw kind nodig heeft op school. Dat heet ook wel de onderwijsbehoefte.
Wat voor arrangementen zijn er?
- Ondersteuningsarrangement:
- Je kind volgt onderwijs op een reguliere basisschool, SBO-school of cluster 3 of cluster 4-school.
- Een ambulant begeleider (AB’er) of dienstverlener (AD’er) ondersteunt je kind en de school. Deze AB’er of AD’er hoort bij het speciaal onderwijs voor TOS.
- Onderwijsarrangement:
- Je kind gaat naar een school voor speciaal onderwijs voor TOS (dat heette vroeger cluster 2-onderwijs).
- Je kind gaat naar een school voor speciaal onderwijs voor TOS (dat heette vroeger cluster 2-onderwijs).
Wanneer krijgt een kind een arrangement?
Het toekennen van een arrangement hangt af van:
- de hulpvraag van een reguliere school. Dit heet de ondersteuningsvraag.
- de ernst van de taalproblemen van jouw kind.
- de onderwijsbehoefte van je kind. Kan je kind door de TOS het reguliere onderwijs (on)voldoende volgen?
De regels staan in de Richtlijn Toelaatbaarheid.
Hoe lang is een arrangement geldig?
Een arrangement is tijdelijk. Elk jaar wordt bekeken of het arrangement nog steeds bij je kind past. Het is mogelijk dat het arrangement wordt aangepast. Misschien kan je kind hierdoor wisselen van regulier onderwijs naar speciaal onderwijs. Of andersom. Het is ook mogelijk dat je kind naar een andere vorm van speciaal (basis)onderwijs gaat.
Kortdurend advies
Soms is een arrangement niet nodig, maar heeft de leerkracht van het reguliere onderwijs wel vragen over TOS. De school kan hiervoor consultatie en advies aanvragen. Dan komt iemand van het speciaal onderwijs op school kijken. Deze medewerker geeft advies aan de leerkracht. Consultatie en advies vraagt de school aan bij het aanmeldpunt.
Let op:
- Arrangementen aanvragen gaat via het aanmeldpunt.
- De behandelgroep helpt vaak bij de aanvraag van een arrangement.
- Bij de haltes aanmeldpunt en CvO vind je meer informatie over het aanvragen en toekennen van een arrangement.
Onderwijs zonder arrangement
School stelt een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op als je kind op school start.
In het OPP staat:
- wat je kind nu kan.
- wat je kind gaat leren.
- op welke manier je kind ondersteuning krijgt.
- wat je kind kan als het van school afgaat.
School stemt met jullie af aan welke doelen school werkt en hoe. Het is belangrijk dat school het OPP tenminste één keer per jaar met ouders evalueert. Op de site van Siméa staat nuttige informatie voor een gesprek over het opstellen van een OPP.
Wat als je kind meer ondersteuning nodig heeft?
Heeft je kind meer ondersteuning voor TOS nodig? Dan kan school hulp aanvragen bij het speciaal onderwijs voor TOS.
Kortdurend advies
Soms is een arrangement niet nodig, maar heeft de leerkracht van de reguliere basisschool wel vragen over TOS. De school kan hiervoor consultatie en advies aanvragen. Dan komt iemand van het speciaal onderwijs op school kijken. Deze medewerker geeft advies aan de leerkracht. Consultatie en advies vraagt de school aan bij het aanmeldpunt.
Mijn kind heeft vervoer nodig
De scholen voor speciaal (basis)onderwijs zijn vaak verder weg. Dit betekent dat je kind misschien met de taxi naar school moet gaan. Dit heet leerlingenvervoer. De gemeente regelt dit. Jij kunt bij de gemeente een aanvraag doen voor vervoer voor jouw kind. Bij elke gemeente is deze regeling anders. Lees hier de folder “Goed leerlingenvervoer in mijn gemeente”. Kijk op de site van jouw gemeente hoe je leerlingenvervoer moet aanvragen.
Goed om te weten
Onderwijs mét arrangement
School stelt een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) op als je kind op school start.
In het OPP staat:
- wat je kind nu kan.
- wat je kind gaat leren.
- op welke manier je kind ondersteuning krijgt.
- wat je kind kan als het van school afgaat.
School stemt met jullie af aan welke doelen school werkt en hoe. Het is belangrijk dat school het OPP tenminste één keer per jaar met ouders evalueert. Op de site van Siméa staat nuttige informatie over het voeren van een gesprek over het opstellen van een OPP.
Wat als mijn kind een arrangement vanuit het speciaal onderwijs voor TOS heeft gekregen?
Dan komt er een ambulant begeleider (AB’er) bij je kind op school. Bij sommige organisaties heet dit ambulant dienstverlener (AD’er). De AB’er of AD’er ondersteunt de leerkracht en het team. Hij of zij geeft informatie over TOS en over wat jouw kind nodig heeft in de klas. De AB’er of AD’er denkt ook mee met het OPP. De AB’er neemt contact op met school en met jou.
Mijn kind heeft vervoer nodig
De scholen voor speciaal (basis)onderwijs zijn vaak verder weg. Dit betekent dat je kind misschien met de taxi naar school moet gaan. Dit heet leerlingenvervoer. De gemeente regelt dit. Jij kunt bij de gemeente een aanvraag doen voor vervoer voor jouw kind. Bij elke gemeente is deze regeling anders. Lees hier de folder “Goed leerlingenvervoer in mijn gemeente”. Kijk op de site van jouw gemeente hoe je leerlingenvervoer moet aanvragen.
Goed om te weten
Logopedist
Vaak hebben kinderen na de behandelgroep nog logopedie nodig. Soms kan dat op het SBO of SO op school. Anders kan je kind naar een logopedist in een vrije vestiging. Het is belangrijk dat jij je kind hiervoor op tijd aanmeldt. Zoek alvast een logopedist in de buurt op deze site of vraag de behandelgroep om tips.
Wie is de logopedist in een vrije vestiging?
- De logopedist werkt in een logopediepraktijk.
- De logopedist behandelt verschillende communicatieproblemen. Bijvoorbeeld problemen met taal, spraak, stem of stotteren.
Wat doet de logopedist?
- De logopedist onderzoekt je kind. Bijvoorbeeld door taaltesten af te nemen.
- De logopedist behandelt je kind. Bijvoorbeeld voor taal, spraak of stotteren.
- De logopedist behandelt meestal 1 keer per week. Die behandeling duurt ongeveer een halfuur.
- De logopedist werkt vaak direct met het kind. Dit heet directe behandeling. Jullie zijn als ouder vaak wel aanwezig bij de behandeling.
- Soms geeft de logopedist advies aan jullie als ouders. Jullie krijgen tips wat jullie zelf kunnen doen om de taalontwikkeling van je kind verder te stimuleren. Dit heet indirecte behandeling.
- De logopedist geeft vaak huiswerk mee. Jullie kunnen dan thuis oefenen.
Hoe meld ik mijn kind aan voor logopedie?
Logopedie zit in het basispakket bij de zorgverzekeraar. Meestal heb je geen verwijzing nodig. Je kan je kind zelf aanmelden bij een logopedist. Soms vragen logopedisten wel een verwijzing. Dat is omdat de zorgverzekeraar dat wil. Dan moet je eerst langs de huisarts.
De logopedist in de vrije vestiging heeft vaak lange wachtlijsten. Zoek daarom op tijd naar een logopedist bij jullie in de buurt. De zorgverzekeraar kan proberen om eerder zorg te regelen. Dit heet wachtlijstbemiddeling. De wachtlijstbemiddeling vraag je zelf aan bij de zorgverzekeraar.
Wat als mijn kind start met logopedie?
Bespreek met de logopedist van de vrije vestiging wat de behandelgroep al heeft gedaan. Je kan ook het verslag van de behandelgroep delen met de logopedist. Daarnaast kan de logopedist van de behandelgroep met de logopedist van de vrije vestiging bespreken wat er al is gedaan. Hiervoor moet jij als ouder toestemming geven.
Tips:
- Logopedie wordt volledig vergoed (onder de 18 jaar).
- Meestal is een verwijzing niet nodig. Soms wel. Een verwijzing krijg je bij de huisarts.
- Veel logopedisten hebben lange wachtlijsten. Begin daarom op tijd met zoeken.
- Jij moet (mondeling) toestemming geven voor contact tussen de behandelgroep en de logopedist in de vrije vestiging.