Doofblind

Doofblind betekent dat je niet (goed) hoort en ziet. Dat is meer dan een optelsom van twee beperkingen.

Doofblind

Doofblindheid is een combinatie van beperkingen in horen én zien. Je bent dan doof of slechthorend en blind of slechtziend.

Die combinatie maakt het een unieke beperking. Bij iemand zonder zintuiglijke beperkingen vullen horen en zien elkaar aan. Bij iemand die een van de twee zintuigen niet kan gebruiken, vangt het andere zintuig het op. Als je doofblind bent, kan dat niet.

Deelnemen aan het dagelijkse en het maatschappelijke leven is niet vanzelfsprekend voor mensen met doofblindheid. De beperking heeft gevolgen voor communicatie, informatieverwerking, oriëntatie en mobiliteit. Het dagelijkste functioneren kost iemand met doofblindheid veel energie.

Doofblinde mensen gebruiken soms tolken Nederlandse Gebarentaal. En ook tactiele gebarentolken, die gebaren in de hand van de doofblinde ’tekenen’.

Doofblindheid kun je vanaf je geboorte hebben. Het kan ook later ontstaan. Als de beperkingen in horen en zien zijn ontstaan voor het tweede levensjaar heet dat ook wel  aangeboren doofblindheid (ADB). Ontstaan de beperkingen na het tweede levensjaar, dan noemen we dat soms verworven doofblindheid (VDB). Ouderdomsdoofblindheid (ODB) betekent dat de beperkingen in horen en zien ontstaan na het 55ste levensjaar.