Ondersteunde communicatie

We gebruiken allemaal OC, maar voor mensen die niet goed (genoeg) kunnen spreken of gebarentaal gebruiken is OC nog belangrijker. Door de inzet van OC kunnen zij zich beter uiten én anderen beter begrijpen.
Denk hierbij aan mensen met

  • een communicatief meervoudige beperking (CMB)
  • taalontwikkelingsstoornis (TOS)
  • autisme
  • niet-aangeboren hersenletsel (NAH)
  • een aangeboren beperking in horen én zien (doofblindheid).

Het doel is dat iedereen met ondersteunde communicatie kan

  • uiten wat zijn wensen zijn
  • aangeven wat hij niet wil
  • vragen wat hij wil, meningen en ervaringen delen en
  • sociale interacties aangaan én onderhouden.

Kijk, ik heb veel te vertellen!

Henk, Eline en Tess laten in onderstaande films zien hoeveel zij te zeggen hebben, ook al praten ze niet.  Ze delen hun verhaal voor meer herkenning van mensen met CMB.

Henk

Henk houdt van paardrijden en woont in Friesland. Hij heeft het syndroom van Down en is slechthorend. Sinds kort worden er gebaren gebruikt door zijn ouders, begeleiders én Henk zelf. De impact is groot.

Bekijk video

Eline

Eline is een echte puber en is graag bij haar vriendinnen. Eline kan niet praten, maar communiceert volop! Ze heeft ook een spraakcomputer waar ze van alles mee kan zeggen. De weg hiernaartoe ging niet zonder hobbels.

Bekijk video

Tess

Na een goede start maakten ouders zich zorgen: ontwikkelt Tess zich wel goed? Na een zoektocht kon er gestart worden met het stimuleren van haar ontwikkeling. Communicatie speelt daarbij een grote rol.

Bekijk video

Wat doen wij voor CMB?

Wil je graag meer weten over wat we doen binnen het deelprogramma CMB? Deelkracht bestaat uit verschillende projecten waarin we onderzoek doen naar en producten ontwikkelen voor mensen met CMB en de mensen in hun omgeving.

 

Wat is CMB eigenlijk?

Wat is een communicatief meervoudige beperking (CMB)?

Een communicatief meervoudige beperking is een combinatie van meerdere beperkingen die invloed hebben op de communicatie. Er is altijd sprake van problemen in de taal- en spraakontwikkeling. Denk aan iemand die slechthorend is en problemen heeft met de motoriek. Of iemand die niet kan praten en een verstandelijke beperking heeft. Bij iemand met CMB ontstaat door de meerdere beperkingen een unieke communicatievraag. Om iemand te helpen bij deze communicatievraag is een ‘op maat’ aanpak nodig. Lees meer in onze module “Wat is een communicatief meervoudige beperking (CMB)?” of bekijk de poster over signalen van CMB.

Hoe komt het dat iemand CMB heeft en blijft hij dit voor altijd houden?

Er zijn veel oorzaken van CMB, zowel aangeboren als verworven. In de meeste gevallen zijn de beperkingen blijvend, maar er zijn manieren om de vaardigheden van iemand met CMB en diens omgeving te verbeteren. De invloed van de beperkingen op het dagelijks leven kunnen hierdoor kleiner worden. Zo kunnen de persoon met CMB en zijn omgeving door inzet van ondersteunde communicatie beter (leren) communiceren. Het lukt namelijk niet om goed (genoeg) te communiceren met alleen spraak of gebarentaal. In onze modules vind je meer informatie over CMB.

Naar welke opvang of school gaan kinderen met CMB?

Waar een kind met CMB naar de opvang of naar school gaat verschilt per kind. Sommige kinderen gaan naar de reguliere kinderopvang. Andere gaan naar een therapeutische peutergroep van een revalidatiecentrum of naar een kinderdagcentrum (KDC). Op de therapeutische peutergroep of het KDC krijgen ze vaak therapie, zoals logopedie of fysiotherapie.Oudere kinderen gaan vaak naar het speciaal onderwijs (cluster 2 of 3 scholen). Op het speciaal onderwijs zijn de klassen kleiner en is er extra aandacht voor de CMB van het kind. Sommige kinderen met CMB gaan naar de gewone basisschool. Soms gaat er ook een begeleider mee naar school om de leerkracht en het kind te ondersteunen.Waar het kind ook naartoe gaat, het is van belang dat er aandacht is voor de gevolgen en kenmerken van CMB. Er is extra, en vaak blijvende, aandacht nodig voor het maken van contact en het inzetten van ondersteunde communicatie.

Contact maken als iemand CMB heeft

Mijn kind leeft in zijn eigen wereld, ik kan geen contact met hem krijgen. Wat moet ik doen?

Om contact met je kind te krijgen is het  belangrijk dat je aansluit bij wat jouw kind doet of leuk vindt. Speel mee in zijn spel of doe hem na. Vertel hierbij wat jullie doen of voeg een speeltje toe aan het spel. Als een kind zich veilig voelt, bijvoorbeeld omdat hij weet wat er gaat gebeuren, is het ook makkelijker om contact te maken. We noemen dit voorspelbaarheid. In onze module “Contact maken” vind je meerdere concrete tips en adviezen. Het kan ook helpen om te zeggen wat je kind denkt. Bijvoorbeeld: “Volgens mij wil je de toren nog hoger bouwen” of “Volgens mij wil je iets anders gaan doen”. Je kind voelt zich dan begrepen. Door hier OC bij te gebruiken kan je kind zichzelf ook beter leren uiten. Bijvoorbeeld bij de zin “Volgens mij wil je iets anders doen”, maak je het gebaar voor “anders” of wijs je het pictogram voor “anders” aan. Los van deze adviezen is het belangrijk om te onderzoeken hoe het kind ziet en hoort, om uit te sluiten dat dit het gedrag (deels) kan verklaren. Denk ook aan het uitsluiten van pijn, obstipatie of andere lichamelijke oorzaken.

Hoe kan ik meer voorspelbaarheid bieden aan mijn kind?

Je kunt meer voorspelbaarheid bieden door duidelijk te maken:

  • wat iemand gaat doen,
  • wanneer iemand iets gaat doen,
  • hoe lang iemand dat gaat doen,
  • met wie iemand dat gaat doen.

Het verschilt per persoon en situatie wat belangrijk is om duidelijk te maken. Misschien moet je ook laten zien uit welke stappen de activiteit bestaat.

Een paar tips:

  • Maak een dagprogramma met foto’s, voorwerpen of pictogrammen. Hierbij staan onder of naast elkaar de activiteiten van een dag, bijvoorbeeld aankleden – ontbijten – tanden poetsen – naar school.
  • Geef een voorwerp dat met de activiteit te maken heeft, bijvoorbeeld een tandenborstel bij het tandenpoetsen.
  • Laat iemand ruiken wat er gaat gebeuren, bijvoorbeeld tandpasta (voor tandenpoetsen) of pindakaas (voor eten).
  • Zing liedjes tijdens een activiteit om aan te geven dat de activiteit klaar is.

Bij al deze dingen is het belangrijk om je kind genoeg tijd te geven. Als je iets hebt aangewezen, gebaard of gezegd, wacht (even) totdat je kind het begrepen heeft. Tel bijvoorbeeld in je hoofd tot 10 of wacht tot je kind zelf een reactie geeft.

CMB en communicatie

Wat zijn communicatieve functies?

Met communicatieve functies worden alle redenen bedoeld waarom we communiceren.Je kunt ze indelen in vier functies:

  • Iets willen krijgen: dit kunnen voorwerpen, aandacht of iets anders zijn (bijvoorbeeld naar de kamer willen).
  • Iets weigeren: aangeven dat je iets niet wilt of iets anders wilt.
  • Informatie delen: informatie overbrengen om iets te leren, maar ook om je ervaringen en gevoelens te delen.
  • Sociale Interactie: communicatie om interacties te starten of in contact te blijven. Bijvoorbeeld: ‘hallo, ik wil iets zeggen’ en ‘hoe gaat het met jou?’.

Meer hierover in de Leidraad ondersteunde communicatie.

Mijn kind gilt/knijpt/bijt/schreeuwt heel vaak en dan weet ik niet wat hij bedoelt.

Om contact met je kind te krijgen is het  belangrijk dat je aansluit bij wat jouw kind doet of leuk vindt. Speel mee in zijn spel of doe hem na. Vertel hierbij wat jullie doen of voeg een speeltje toe aan het spel. Als een kind zich veilig voelt, bijvoorbeeld omdat hij weet wat er gaat gebeuren, is het ook makkelijker om contact te maken. We noemen dit voorspelbaarheid. In onze module “Contact maken” vind je meerdere concrete tips en adviezen.Het kan ook helpen om te zeggen wat je kind denkt. Bijvoorbeeld: “Volgens mij wil je de toren nog hoger bouwen” of “Volgens mij wil je iets anders gaan doen”. Je kind voelt zich dan begrepen. Door hier OC bij te gebruiken kan je kind zichzelf ook beter leren uiten. Bijvoorbeeld bij de zin “Volgens mij wil je iets anders doen”, maak je het gebaar voor “anders” of wijs je het pictogram voor “anders” aan. Los van deze adviezen is het belangrijk om te onderzoeken hoe het kind ziet en hoort, om uit te sluiten dat dit het gedrag (deels) kan verklaren. Denk ook aan het uitsluiten van pijn, obstipatie of andere lichamelijke oorzaken.

Ondersteunde communicatie (OC)

Wat betekent ondersteunde communicatie?
  • Met ondersteunde communicatie (OC) bedoelen we alle manieren, strategieën, vormen en hulpmiddelen die je kunt inzetten om jezelf beter te uiten, de ander beter te begrijpen en beter samen in contact te komen. OC wordt ingezet door zowel de persoon zelf als door mensen in diens omgeving. Communiceren doe je immers samen.Bij OC kun je denken aan:
    • lichaamssignalen (grijpen, wijzen, blikrichting, spierspanning, mimiek, klanken),
    • (vierhanden)gebaren,
    • communicatieboeken met afbeeldingen,
    • pictogrammen,
    • spraakcomputers,
    • foto’s,
    • geschreven tekst,
    • voorwerpen,
    • tekeningen en
    • losse spraakknoppen.Voor iedereen is er een passende mogelijkheid om met OC de communicatie en het contact te versterken. Lees er meer over in onze module “Ondersteunde communicatie”.
Kun je ook ondersteunde communicatie inzetten als je elkaar meestal wel begrijpt?

Je kunt OC zeker inzetten, ook als je elkaar meestal wel begrijpt.  Met kleine signalen, gebaren of mimiek is veel duidelijk te maken. Maar je kunt hiermee niet alles vertellen (zie ook ‘communicatieve functies’ hierboven). Denk aan het stellen van vragen, het vertellen over wat je hebt meegemaakt of het maken van een grapje. Ook begrijpen niet alle mensen in de omgeving deze de kleine signalen, gebaren of mimiek. Het is belangrijk dat iemand met CMB alles kan uiten wat er in hem omgaat. Als je niet of onvoldoende kunt spreken of gebarentaal kunt gebruiken kan OC hierbij helpen. Dit geldt ook andersom, door OC in te zetten als omgeving, naast je eigen gesproken- of gebaren- taal, begrijpt de persoon met CMB je beter. Gesproken- en gebaren- taal is vluchtig, het verdwijnt nadat het is uitgesproken. Foto’s, voorwerpen en pictogrammen blijven zichtbaar, zodat iemand meer tijd krijgt om de boodschap te begrijpen.  Zie voor meer informatie de module “Ondersteunde communicatie” en de module “Leren communiceren met ondersteunde communicatie”.

Gaat iemand nog wel praten als je OC en OC-hulpmiddelen gaat gebruiken?

Daar kunnen we niet één antwoord op geven. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat het gebruik van OC, zoals een spraakcomputer of gebaren de spraak niet belemmert. Het is eerder andersom; door het gebruik van OC leert het kind meer taal en/of horen ze meer spraak. Dit helpt het kind om meer en beter te communiceren. Niet alle kinderen met CMB zullen gaan praten, denk aan kinderen met bepaalde syndromen. Er is géén bewijs dat het gebruik van OC de spraak tegenhoudt. Het gebruik van OC zal deze kinderen niet leren praten, maar ze wel helpen om veel beter te communiceren.

Wanneer kun je beginnen met ondersteunde communicatie?

Je kan op elk moment beginnen met ondersteunde communicatie (OC): niemand is te jong, te oud of te beperkt om te beginnen met OC. In onze module “Ondersteunde communicatie” gaan we hier verder op in.Je kunt altijd direct beginnen met OC, zeker als iemand niet (goed) kan praten of gesproken taal niet (goed) begrijpt. Begin met het ondersteunen van je eigen gesproken taal. Dit kun je bijvoorbeeld doen met gebruiksvoorwerpen, gebaren, foto’s of pictogrammen. Zo leert de ander de betekenis van deze verschillende communicatievormen. Reageer ook met OC op de ander, maak bijvoorbeeld het gebaar voor “drinken” als je denkt dat hij wil drinken of wijs de pictogram “boekje lezen” aan als je denkt dat hij een boek wil lezen.

Hieronder een aantal adviezen om rekening mee te houden;

    • Kijk goed naar hoe de ander nu al communiceert en breid dat uit met OC.
    • Gebruik verschillende vormen van OC, zoals gebaren, voorwerpen en pictogrammen, en kijk waar hij het beste op reageert.
    • Het kan een tijdje duren voordat de persoon met CMB weet wat de vormen betekenen of ze zelf gaat gebruiken. Heb dus geduld.
    • Schakel ook de hulp van anderen in, zoals een logopedist of een begeleider van de opvang, de instelling, school of dagbesteding.Voor een uitgebreider antwoord op de vraag wanneer je kunt starten met OC volg de module “Ondersteunde communicatie” https://www.deelkracht.nl/projecten/cmb/ondersteundecommunicatie/#/.Voor meer uitleg over de verschillende vormen van OC volg je de module “Leren communiceren met ondersteunde communicatie”. Kijk op Communicatie hulpmiddelen – ISAAC-NF voor (gratis) beschikbare gebaren-, communicatiekaarten, losse pictogrammen en ideeën om morgen mee te beginnen.

Leren communiceren met ondersteunde communicatie

Hoe leert iemand gebruikmaken van ondersteunde communicatie (OC)?

Net zoals bij het leren van een gesproken taal, leert een kind OC door het voorbeeld van anderen in zijn omgeving. Zo leert het kind de betekenis van de communicatievorm en hoe deze vorm te gebruiken. Het gebruiken van OC door de (sprekende of gebarende) communicatiepartner noemen we modelleren. Tijdens het spreken maak je een gebaar of wijs je een pictogram aan.Modelleer:

  1. wat je zelf wilt zeggen: “We gaan naar buiten”.
  2. wat je denkt dat de ander wil zeggen: “Volgens mij wil je dat niet”.Met OC ondertitel je dus jezelf én het kind. Meer uitleg hierover vind je in de module “Ondersteunde communicatie” en de module “Leren communiceren met ondersteunde communicatie”.
Hoe vaak moeten we ondersteunde communicatie (OC) gebruiken?

Hoe vaak je OC moet gebruiken is niet uit te drukken in een getal. Het doel is om OC altijd toegankelijk te maken. OC moet, net als gesproken taal en gebarentaal, dus het liefst de hele dag aanwezig zijn. In plaats van alleen praten en/of te gebaren tegen je kind, voeg je nu ook andere vormen van communicatie toe. Het gaat dan ook niet om af en toe oefenen of trainen, maar om het aanbieden van OC in de dagelijkse communicatie. Zo zorg je ervoor dat er de hele dag (een voorbeeld van) communicatie is, waar het kind van kan leren.Het kan wel helpen om één of meerdere momenten per dag bewust te gaan oefenen. Ga bijvoorbeeld samen kijken welke woorden in de spraakcomputer of het communicatieboek staan, bekijk gebarenfilmpjes of maak de koppeling tussen een verwijzer (voorwerp) en een activiteit. Speel een spel of lees een boek voor, waarbij je OC inzet. Zorg ook dat OC zoveel mogelijk beschikbaar is, zodat er op elk moment van de dag gemodelleerd en gecommuniceerd kan worden. Meer uitleg hierover vind je in de module “Ondersteunde communicatie” en de module “Leren communiceren met ondersteunde communicatie”.

Welke woorden moeten in een communicatiehulpmiddel staan?

In de ideale situatie kan iemand elk woord dat gesproken kan worden, communiceren. Als iemand niet (goed) kan praten of gebarentaal kan gebruiken, kan een communicatiehulpmiddel een aanvulling zijn.
Met deze woorden in dit communicatiehulpmiddel kan iemand leren om:1. duidelijk te maken wat hij wel en niet wil,

    • vragen te stellen,
    • ervaringen te delen en/of
    • mee te doen in een gesprek.Welke woorden iemand hier precies voor nodig heeft, is voor iedereen anders. De belevingswereld van de persoon en de mogelijkheden en wensen van de omgeving spelen hierin een belangrijke rol. Vaak is er sprake van meerdere communicatievormen en hulpmiddelen die er samen voor zorgen dat iemand zich zo goed mogelijk kan uiten.In de module “Ondersteunde communicatie” en de module “Leren communiceren met ondersteunde communicatie” gaan we uitgebreid in op:
    • welke woorden er in een spraakhulpmiddel horen,
    • hoe de woorden te personaliseren; personen, speelgoed, televisieprogramma’s, hobby’s, idolen, uitspraken, scheldwoorden en nog meer. Zo kan iemand communiceren over voor hem belangrijke dingen,
    • hoeveel woorden er op een pagina kunnen staan.
Hoe kies je de best passende communicatievorm(en) en hulpmiddel(en)?

Bij het kiezen van de best passende vorm van OC is het belangrijk om samen met de persoon en diens (professionele) netwerk te kijken naar de volgende punten:

  1. Wat en hoe communiceert iemand nu zelf? Zet iemand al wel gesproken of gebarentaal in? En hoe communiceren communicatiepartners naar de persoon met CMB? Is dit per situatie verschillend? Observeer goed, maak video-opnames, maak een communicatiepaspoort of -profiel en/of gebruik bestaande onderzoeksinstrumenten om goed in beeld te krijgen hoe iemand nu al communiceert en wat hij daarmee wil zeggen.
  2. Waar mogelijk, zet OC in en laat zien hoe iemand daarmee dingen kan duidelijk maken die hij met zijn huidige communicatie (nog) niet kan uiten.
  3. De wensen, behoeften en voorkeuren van de persoon met CMB zelf en diens omgeving; wat sluit aan bij iemands leefwereld en interesses?
  4. Prikkelverwerking en voorkeurszintuig: hoe verwerkt iemand prikkels en via welk zintuig ontvangt iemand goede informatie? Via zicht, gehoor, en/of via de tast?
  5. Hoe goed kan iemand zien? Kan iemand voorwerpen of pictogrammen onderscheiden? Hoe groot moeten de afbeeldingen zijn?
  6. Hoe goed kan iemand bewegen? Het is belangrijk dat iemand zo veel mogelijk zelf kan aanwijzen, pakken of selecteren wat hij wil zeggen. Dit kan bijvoorbeeld door ernaar te kijken, het aan te wijzen of door andere manieren van bedienen (bijvoorbeeld met een joystick of head-pointer). Voor meer informatie over bedieningsmogelijkheden zie: https://www.isaac-nf.nl/bediening/
  7. Beschikbaarheid van communicatiehulpmiddel: hoe kun je ervoor zorgen dat iemand altijd kan communiceren met zijn communicatiehulpmiddel? Denk aan plekken binnen- en buitenshuis en onderweg ergens naartoe.Het uiteindelijke doel is dat iemand zich zo goed mogelijk kan uiten in alle communicatieve functies. Vaak zal dit het beste gaan met een combinatie aan communicatievormen en -hulpmiddelen. Bijvoorbeeld een dagplanning met foto’s en een spraakcomputer, of gebaren en een letterkaart, al dan niet aangevuld met lichaamstaal. Vaak zal er ook gesproken en gebarentaal gebruikt (blijven) worden.
Hoe vraag ik een communicatiehulpmiddel aan?

Als is gebleken dat een communicatiehulpmiddel een goede optie zou kunnen zijn, is het belangrijk om uit te zoeken waar deze aan moet voldoen. Kijk voor tips op https://www.isaac-nf.nl/vergoeding-oc-middelen/. Als dit helder is, kan een passing worden aangevraagd met één of meerdere hulpmiddelenleveranciers. Zij komen dan langs en laten zien welke communicatiehulpmiddelen zij kunnen bieden. Bij je zorgverzekeraar kun je navragen met welke leveranciers zij een contract hebben. Vergoeding kan aangevraagd worden middels een brief met onderbouwing van een logopedist, een medische machtiging en de offerte.Je kunt je in dit proces laten begeleiden vanuit één van de zorgaanbieders. Zie voor contactgegevens de Wegwijzer. Zeker als er sprake is van complexe problematiek op het gebied van motoriek en/of visus is dit zeer aan te raden.