DeelkrachtArtikel: Psychosociaal welbevinden voor dove en slechthorende volwassenen

Artikel: Psychosociaal welbevinden voor dove en slechthorende volwassenen

“Het huis is gebouwd, het moet alleen nog worden ingericht.”

Psychosociaal welbevinden. Het lijkt misschien een lastige term, maar het betekent eigenlijk gewoon: Hoe het met je gaat. Hoe jij met mensen omgaat en hoe anderen met jou omgaan. Wanneer je doof of slechthorend bent, dan kan dat effect hebben op je psychosociale welbevinden. Hoe ga je ermee om dat je doof of slechthorend bent? En welke invloed heeft jouw doof- of slechthorendheid op hoe je met mensen omgaat? Of op hoe ze met jou omgaan? 

 

Als iemand die doof of slechthorend is moeilijk kan omgaan met de auditieve beperking, dan is het belangrijk dat deze persoon de juiste zorg krijgt. Zo kan iemand ondersteuning of begeleiding krijgen, hulp bij milde psychische klachten of hulp bij ernstige psychische klachten. Er zijn verschillende organisaties in Nederland die deze zorg bieden. Maar hun aanbod sluit niet altijd even goed op elkaar aan. De intake, dus het helder krijgen wat iemands hulpvraag is, gaat bijvoorbeeld overal anders. 

In het Deelkrachtproject ‘Omgaan met de beperking’ slaan Koninklijke Kentalis en GGMD de handen ineen. Samen willen ze ervoor zorgen dat de diagnose overal op dezelfde manier wordt uitgevoerd. Hierbij is het belangrijk dat duidelijk is waarom iemand een bepaalde vorm van zorg krijgt. Daarnaast zou het niet moeten uitmaken bij welke behandelaar iemand terechtkomt. Zo wordt de zorg voor cliënten eenduidiger en wordt het inzichtelijker welke behandeling er geboden kan worden. 

Mariska Bijsterveld, tolk gebarentaal en communicatiedeskundige bij GGMD, is verbonden aan ‘Omgaan met de beperking’. Ze vertelt over de start van het project. “Als startende groep kwamen we er snel achter dat wij heel veel dezelfde behandelingen bieden, maar allemaal met een andere naam. Daar moesten we mee aan de slag. We hebben gekeken welke behandelingen er zijn en hoe we die noemen. Ik kwam er zelfs achter dat wij binnen GGMD ook behandelingen hebben die ik niet zo goed in het vizier had.”

Michelle van Jole is behandelcoördinator bij Kentalis en ook verbonden aan dit project. “Het is heel belangrijk om te kijken naar wat we in de praktijk al doen”, vertelt Michelle. “Als je bijvoorbeeld 20 locaties hebt en op elke locatie wordt die zorg net iets anders gegeven, welke zorg is dan het beste? Daar is weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan. We hebben in eerste instantie een beschrijving gemaakt. Natuurlijk kennen we ons zorgaanbod, maar in detail hadden we dat nog niet uitgewerkt. “Je kunt het vergelijken met het bouwen van een huis: Het huis is gebouwd, het moet alleen nog worden ingericht.”

“Dit doen we natuurlijk niet alleen”, gaat Mariska verder. “We betrekken ervaringsdeskundigen, de cliënten, ook echt in ons onderzoek, net zoals bij veel andere Deelkrachtprojecten. Aan hen hebben we gevraagd hoe zij als dove of slechthorende in de zorg terecht zijn gekomen en waar ze tegenaan gelopen zijn. Dit noemen we de cliëntreis. De punten die hierin naar voren kwamen werden met cliënten samen besproken in zogenaamde dialoogtafels. Al die gegevens hebben we verzameld. Wat hebben we? Wat willen we? En waar willen we naar toe?”

“Zo hebben we een beslisboom gemaakt”, vertelt Mariska. “Stel er komt een cliënt binnen met een probleem, dan moet je gaan beslissen welke zorg je gaat bieden. Een beslisboom kan daarbij heel erg helpen. En als we die beslisboom overal gebruiken dan krijg je meer eenduidigheid in het zorgaanbod.”

Ook inhoudelijk gezien wordt de balans opgemaakt vertelt Michelle: “We kijken natuurlijk ook of er nog dingen missen in de zorg. Is er nog iets te ontwikkelen? Is er vraag op een bepaald gebied waar wij niks nog voor hebben? We inventariseren dus wat er nog nodig is aan zorg.

“Het huis is gebouwd, het moet alleen nog worden ingericht”, vertelde Michelle eerder. “Het belangrijkste is nu dat we een goed overzicht hebben van wat we allemaal bieden en dat de behoefte van de cliënt centraal staat.” Daar wordt komend jaar hard aan gewerkt. Met als uiteindelijke doel een uniform behandelaanbod dat past bij de behoefte van de cliënt.

 

Tekst: Chris Lukkassen