Op 11 november 2021 was het zover. Waar we veel samen op voorbereid hadden. Jérôme (co-onderzoeker en ervaringsdeskundige) en Karijn (onderzoeker) waren de hoofdrollen in de workshop. Door over ons project TOSkoploper te vertellen, bevindingen van de interviews, doelen, maar vooral door in dialoog te gaan met het publiek.
Tussendoor hadden Jérôme en ik nog onze stripverhalen gedeeld. En Maartje (co-onderzoeker en ervaringsdeskundige) en Jérôme hadden hun ervaringen verteld over pesten. Terwijl zij dat deden, zat ik vooraan bij het publiek om mee te luisteren. De mensen achter mij zag ik niet, maar ik voelde dat het erg binnenkwam bij hun. Dat gaven ze later ook aan. Maar bij mij kwam het nu ook meer naar binnen, dan daarvoor steeds via Zoom. Want dit was niet de eerste keer dat ik het hoorde.
Er kwamen hele mooi reacties uit het publiek, zoals ‘We kunnen hier niet op klappen, het is zo ingrijpend’. Ik ben toen gaan nadenken erover en dacht ‘is dat wel zo?’ Als iemand afsluit met zo’n ervaring dat die een jaar later zich meer sterker voelt of dat die al voor het publiek staat, dan is dat al een applaus waard. Ik geef zelf veel voorlichtingen over mijn TOS waar ik ook pijnlijke dingen over deel en na zo’n presentatie wordt er steeds geklapt, wat mij weer een glimlach geeft. Verder ook reacties van dat we goed bezig zijn om dit onder de aandacht te brengen. Herkenning voor professionals en een ouder, ook wat het doet op het gebied van sociaal-emotioneel problemen bij volwassenen met TOS.
We hadden het erover hoe je dit kunt aanpakken bij jongeren en volwassenen. Ze maken het wel mee, maar als ze het niet kunnen vertellen. Wat zou ons kunnen helpen? Die tips deelden Maartje, Jérôme en ik aan het publiek. Voor mij helpt het al om aan een hulpverlener mijn verhaal kwijt te kunnen, zonder een specifieke hulpvraag. Bij mijn eigen psychoog werd dat wel van me gevraagd. Moest een hele vragenlijst zelf invullen, wat ik toch erg lastig vond. Mijn verhaal zelf delen is al heel prettig en dat ik begrepen word.
Na het afronden van de workshop hadden we allemaal behoefte om het te laten bezinken. Na het weekend hoorden we terug dat een toeschouwer zich zorgen maakte. Waren de co-onderzoekers wel genoeg beschermd bij de presentatie? Was het eigenlijk wel goed wat we deden? Achteraf geen twijfel of spijt dat je het gedeeld hebt? Ik gaf daar een reactie op dat het mij raakte met frustraties. Het doet je wel goed dat collega’s bezorgd om ons zijn, rekening willen houden, maar ik moest toch ook denken aan het ‘pamperen’. We zijn geen cliënten meer, maar collega’s. Dat komt ook door de ervaringen in het verleden. Dit initiatief hebben we samen besproken. Er werden zelfs grenzen aangegeven in het werkproces: niet iedereen wilden een stripverhaal maken, er zijn stappen gezet op ons tempo, regelmatig reflecteren we daar op met ons team. Het congres voelden voor ons als een mooie kans met een goede timing, waar we zeker geen spijt van hadden.
Ook kregen we een voorstel om er een boek van te maken waar alle stripverhalen in verzameld worden. En misschien gaat het niet alleen over pesten en misbruik, maar met alle thema’s waar TOSkoploper mee bezig is. Dat zou een mooie volgende stap zijn. En wie weet kunnen wij op meerdere locaties onze presentatie geven hierover.
Tekst: Meike van Genugten